Oneerlijke concurrentie nekt de facilitaire industrie.

In het nieuwe Duitse regeerakkoord zijn afspraken gemaakt om het maken van audio- en videoproducties fiscaal stimuleren. Hierdoor is van een Europees level playing field geen sprake meer. Andere landen geven immers al langer belastingvoordelen aan makers van televisie en film. De Nederlandse facilitaire industrie (opnamestudio’s, camerawagens, licht- en montagefaciliteiten) ervaren in toenemende mate concurrentie vanuit België, Groot Brittannië̈, Ierland en straks dus ook vanuit Duitsland. 
Buitenlandse producenten negeren de Nederlandse markt door het ontbreken van fiscale stimulansen die elders in Europa wel bestaan. Maatregelen die o.a. de Belgische en Franse overheden hebben genomen bleken succesvol en hebben geleid tot een versterking van de audiovisuele industrie in die landen. 
De Nederlandse media-industrie is gebaat bij een sterke facilitaire industrie. Van oudsher kenmerkt deze industrietak zich door een hoge mate van efficiency en worden innovaties snel doorgevoerd. Daardoor zijn de kosten voor faciliteiten binnen de bestedingen van de Nederlandse mediabedrijven relatief beperkt. In Duitsland is men verbaasd over de efficiency waarmee de Nederlanders werken. De verschuiving van lineair televisie kijken naar “on demand” en de aangekondigde bezuinigingen op de Publieke Omroep betekenen dat er steeds minder geld voor faciliteiten beschikbaar zal zijn en dat ook de bestedingen verschuiven van “broadcast” naar “streaming”. Bij producties voor streaming is het eenvoudiger om een deel van een productie in het buitenblad te laten plaatsvinden, zeker als daar ook nog belastingvoordelen gelden. Dat leidt tot een verarming van de industrie. Investeringen in innovatie zullen minder worden door het ontbreken van geld. Denk aan echte innovatie op het gebied van artificiële intelligentie en duurzamere productiemethoden. 
De overheid kan de branche van facilitaire media bedrijven een handje helpen door een fiscale stimulans in te voeren vergelijkbaar met onze buurlanden. Het percentage van verplichte Nederlandse content voor streamers kan omhoog naar minstens 30% waarbij de middelen ook in Nederland moeten worden besteed. Zo kan deze voorheen florerende Nederlandse industrie internationaal op de kaart blijven.